alkaliseert

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·ka·li·seert

Werkwoord

vervoeging van
alkaliseren

alkaliseert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alkaliseren
    • Jij alkaliseert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van alkaliseren
    • Hij alkaliseert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van alkaliseren
    • Alkaliseert!