afscheidelijk
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·schei·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van afscheiden met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend | |
---|---|
onverbogen | afscheidelijk |
verbogen | afscheidelijke |
Bijvoeglijk naamwoord
afscheidelijk [1]
Afgeleide begrippen
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'afscheidelijk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.