afgeconcludeerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·ge·con·clu·deerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van afconcluderen: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van af bw en geconcludeerd ww
Werkwoord
vervoeging van: | afconcluderen… |
verbogen vorm: | afgeconcludeerde |
afgeconcludeerd
- voltooid deelwoord van afconcluderen
Gangbaarheid
- Het woord afgeconcludeerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.