acompasar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
acompasar |
acompasaba |
acompasado |
volledig |
Werkwoord
acompasar
Woordafbreking
- a·com·pa·sar
- overgankelijk
- aanpassen, geschikt maken
- de maat aangeven (muziek)
Synoniemen
- [1] adaptar