achtervolgt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ach·ter·volgt

Werkwoord

vervoeging van
achtervolgen

achtervolgt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achtervolgen
    • Jij achtervolgt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van achtervolgen
    • Hij achtervolgt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van achtervolgen
    • Achtervolgt!