accuseerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: accuseerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ac·cu·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
accuseren |
accuseerden
- meervoud verleden tijd van accuseren
- Wij accuseerden.
- Jullie accuseerden.
- Zij accuseerden.
- Wij accuseerden.