accudag
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ac·cu·dag
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van accu zn en dag zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accudag | accudagen |
verkleinwoord | accudagje | accudagjes |
Zelfstandig naamwoord
de accudag m
- rustdag die men opneemt om weer op krachten te komen
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord accudag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.