accountdirector

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ac·count·di·rec·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord accountdirector accountdirectors
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de accountdirectorm

  1. (beroep) functie gelijkend op die van accountmanager maar dan een trede hoger, de verbindingspersoon tussen de klant en de organisatie waarvoor men werkt
     Ik had dan ook nooit verwacht dat ik hier dertig jaar zou werken. Maar zo lang ik het naar mijn zin heb, is er geen enkele reden om hier weg te gaan”, zegt ze. Op dit moment is ze sales en accountdirector en maakt ze onderdeel uit van het directieteam.[2]
     Mary’s moeder overlijdt op 20 november 1997, na een hartoperatie. In 2001 hertrouwt haar vader met Susan Horwood, als schrijfster bekend onder haar naam Susan Moody. Na de dood van haar moeder reist Mary een tijd door Europa en Amerika. Begin 1999 verhuist Mary terug naar Australië, waar ze in Sydney aan de slag gaat als accountdirector bij Young and Rubicam.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. accountdirector op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 juni 2022 Weblink bron
    Marloe van der Schrier
    “Zo hou je het 30 jaar lang leuk bij dezelfde baas” (24-04-2018), Tubantia
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 juni 2022 Weblink bron
    Corine Bruggink
    “Mary en Marie: meer dan schoonzussen” (31 januari 2011), Reformatorisch Dagblad