aanzoeke
Nederlands
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
Woordafbreking
- aan·zoe·ke
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanzoeken |
aanzoeke
- (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van aanzoeken
- ... dat men aanzoeke.
vervoeging van |
---|
aanzoeken |
aanzoeke