aanwennend
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanwennend (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱwɛnənt / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·wen·nend
Werkwoord
vervoeging van: | aanwennen |
verbogen vorm: | aanwennende |
aanwennend
vervoeging van: | aanwennen |
verbogen vorm: | aanwennende |
aanwennend