aanklaagt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- aan·klaagt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanklagen |
aanklaagt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanklagen
- ... dat jij aanklaagt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanklagen
- ... dat hij aanklaagt.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanklaagt' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.