aanflitsten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: aanflitsten (hulp, bestand)
- IPA: / ˈaɱflɪtstə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- aan·flits·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
aanflitsen |
aanflitsten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van aanflitsen
- ...dat wij aanflitsten.
- ...dat jullie aanflitsten.
- ...dat zij aanflitsten.
- ...dat wij aanflitsten.
Gangbaarheid
- Het woord 'aanflitsten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.