Libiër
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- Li·bi·er
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Libiër | Libiërs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de Libiër m
- (demoniem) iemand uit Libië afkomstig
- De Libiërs kwamen in februari 2011 in opstand.
Verwante begrippen
Demoniemen bij Libië in het Nederlands | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
inwoner: Libiër • inwoonster: Libische • bijvoeglijk: Libisch |
Gangbaarheid
- Het woord Libiër staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.