Chinese bamboepatrijs
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- Chi·ne·se bam·boe·pa·trijs
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van Chinese en bamboepatrijs
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Chinese bamboepatrijs | Chinese bamboepatrijzen |
verkleinwoord | Chinees bamboepatrijsje | Chinese bamboepatrijsjes |
Zelfstandig naamwoord
de Chinese bamboepatrijs m
- (hoendervogels) Bambusicola thoracicus een vogel uit de familie fazantachtigen (Phasianidae). De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1815 door Coenraad Jacob Temminck. De soort komt voor in het zuiden van de China. Het leefgebied bestaat uit bamboestruiken, heuvels en bossen
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'Chinese bamboepatrijs' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.