Canarische spitsmuis
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- Ca·na·ri·sche spits·muis
Woordherkomst en -opbouw
- verbinding van Canarische en spitsmuis
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | Canarische spitsmuis | Canarische spitsmuizen |
verkleinwoord | Canarisch spitsmuisje | Canarische spitsmuisjes |
Zelfstandig naamwoord
- (insecteneters) Crocidura canariensis insecteneter uit de familie van de spitsmuizen (Soricidae). De wetenschappelijke naam van de soort werd voor het eerst geldig gepubliceerd door Hutterer, Lopez-Jurado, and Vogel in 1987.
Hyperoniemen
- spitsmuizen, insecteneters, placentadieren, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
Gangbaarheid
- Het woord 'Canarische spitsmuis' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.