zwierde droog
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zwier·de droog
Werkwoord
vervoeging van |
---|
droogzwieren |
zwierde droog
- enkelvoud verleden tijd van droogzwieren
- Ik zwierde droog.
- Jij zwierde droog.
- Hij, zij, het zwierde droog.
- Ik zwierde droog.