Naar inhoud springen

zweefvliegde

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 3 mei 2017 om 00:50 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zweef·vlieg·de

Werkwoord

vervoeging van
zweefvliegen

zweefvliegde

  1. enkelvoud verleden tijd van zweefvliegen
    • Ik zweefvliegde. 
    • Jij zweefvliegde. 
    • Hij, zij, het zweefvliegde.