ziekenhuisdirecteuren
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- zie·ken·huis·di·rec·teu·ren
Zelfstandig naamwoord
de ziekenhuisdirecteuren mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord ziekenhuisdirecteur
- In de afgelopen tien jaar heeft het ziekenhuis vijf ziekenhuisdirecteuren gehad.