zakkenrolde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: zakkenrolde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- zak·ken·rol·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
zakkenrollen |
zakkenrolde
- enkelvoud verleden tijd van zakkenrollen
- Ik zakkenrolde.
- Jij zakkenrolde.
- Hij, zij, het zakkenrolde.
- Ik zakkenrolde.