zaaleigenaren

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  zaaleigenaren    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• zaal·ei·ge·na·ren

Zelfstandig naamwoord

de zaaleigenaren mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord zaaleigenaar

Synoniemen

• zaaleigenaars