xylofonen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- xy·lo·fo·nen
Zelfstandig naamwoord
de xylofonen mv
- xylofoons, minder gebruikelijke meervoudsvorm van xylofoon[1]
- Er was een kast met bellen en klokjes, rammelaars, xylofonen, fluiten en hoornen, muziekbogen en citers. [2]
Synoniemen
Verwijzingen
- ↑ Boon, C.A. den & D. Geeraerts (red.)Van Dale: Groot woordenboek van de Nederlandse taal 14e druk (2005) Van Dale Lexicografie Utrecht/Antwerpen; cd-rom; lemma -foon1
- ↑ Peeters, K.Duizend heuvels (2012) Bezige Bij b.v., Antwerpen; ISBN 9789460421303; p. 21; geraadpleegd 2015-02-16