wroegden
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- wroeg·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wroegen |
wroegden
- meervoud verleden tijd van wroegen
- Wij wroegden.
- Jullie wroegden.
- Zij wroegden.
- Wij wroegden.