wroegden

Uit WikiWoordenboek
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wroeg·den

Werkwoord

vervoeging van
wroegen

wroegden

  1. meervoud verleden tijd van wroegen
    • Wij wroegden. 
    • Jullie wroegden. 
    • Zij wroegden.