wordfeudde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: wordfeudde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- word·feud·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wordfeuden |
wordfeudde
- enkelvoud verleden tijd van wordfeuden
- Ik wordfeudde.
- Jij wordfeudde.
- Hij, zij, het wordfeudde.
- Ik wordfeudde.