Naar inhoud springen

wegstak

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 28 jun 2017 om 09:24 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *weg·stak {{-verb-|0}} {{ovt-enk-bijz|wegs...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • weg·stak
vervoeging van
wegsteken

wegstak

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van wegsteken
    • ... dat ik wegstak. 
    • ... dat jij wegstak. 
    • ... dat hij, zij, het wegstak.