wegsnel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- weg·snel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
wegsnellen |
wegsnel
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegsnellen
- ... dat ik wegsnel.
Gangbaarheid
- Het woord wegsnel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.