wegreageerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·re·a·geer·de

Werkwoord

vervoeging van
wegreageren

wegreageerde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van wegreageren
    • ... dat ik wegreageerde. 
    • ... dat jij wegreageerde. 
    • ... dat hij, zij, het wegreageerde. 

Gangbaarheid