wegdroomt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·droomt

Werkwoord

vervoeging van
wegdromen

wegdroomt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegdromen
    • ... dat jij wegdroomt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegdromen
    • ... dat hij wegdroomt.