warmdraaiden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- warm·draai·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
warmdraaien |
warmdraaiden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van warmdraaien
- ...dat wij warmdraaiden.
- ...dat jullie warmdraaiden.
- ...dat zij warmdraaiden.
- ...dat wij warmdraaiden.
Gangbaarheid
- Het woord warmdraaiden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.