vrijwilligde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vrij·wil·lig·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vrijwilligen |
vrijwilligde
- enkelvoud verleden tijd van vrijwilligen
- Ik vrijwilligde.
- Jij vrijwilligde.
- Hij, zij, het vrijwilligde.
- Ik vrijwilligde.
vervoeging van |
---|
vrijwilligen |
vrijwilligde