Naar inhoud springen

vrijkocht

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 7 mrt 2016 om 10:49 (audio nld, IPA nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·kocht

Werkwoord

vervoeging van
vrijkopen

vrijkocht

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vrijkopen
    • ... dat ik vrijkocht. 
    • ... dat jij vrijkocht. 
    • ... dat hij, zij, het vrijkocht.