Naar inhoud springen

vrijhield

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 7 mrt 2016 om 10:48 (audio nld, IPA nld)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vrij·hield

Werkwoord

vervoeging van
vrijhouden

vrijhield

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van vrijhouden
    • ... dat ik vrijhield. 
    • ... dat jij vrijhield. 
    • ... dat hij, zij, het vrijhield.