vriesdroogde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- vries·droog·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vriesdrogen |
vriesdroogde
- enkelvoud verleden tijd van vriesdrogen
- Ik vriesdroogde.
- Jij vriesdroogde.
- Hij, zij, het vriesdroogde.
- Ik vriesdroogde.
vervoeging van |
---|
vriesdrogen |
vriesdroogde