voorwendt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·wendt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorwenden |
voorwendt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwenden
- ... dat jij voorwendt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwenden
- ... dat hij voorwendt.