voorwast
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·wast
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorwassen |
voorwast
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwassen
- ... dat jij voorwast.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorwassen
- ... dat hij voorwast.