vooruithelp
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vooruithelp (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·uit·help
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vooruithelpen |
vooruithelp
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vooruithelpen
- ... dat ik vooruithelp.