Naar inhoud springen

voortbouwden

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 3 mrt 2019 om 22:43 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *voort·bouw·den {{-verb-|0}} {{ovt-mv-bij...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • voort·bouw·den
vervoeging van
voortbouwen

voortbouwden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voortbouwen
    • ...dat wij voortbouwden. 
    • ...dat jullie voortbouwden. 
    • ...dat zij voortbouwden.