voorspiegelt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·spie·gelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorspiegelen |
voorspiegelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspiegelen
- ... dat jij voorspiegelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorspiegelen
- ... dat hij voorspiegelt.
Gangbaarheid
- Het woord voorspiegelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.