voorspanden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: voorspanden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- voor·span·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorspannen |
voorspanden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorspannen
- ...dat wij voorspanden.
- ...dat jullie voorspanden.
- ...dat zij voorspanden.
- ...dat wij voorspanden.