Naar inhoud springen

voorproefde

Uit WikiWoordenboek
  • voor·proef·de
vervoeging van
voorproeven

voorproefde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voorproeven
    • ... dat ik voorproefde. 
    • ... dat jij voorproefde. 
    • ... dat hij, zij, het voorproefde.