voorbijgleden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·bij·gle·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorbijglijden |
voorbijgleden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorbijglijden
- ...dat wij voorbijgleden.
- ...dat jullie voorbijgleden.
- ...dat zij voorbijgleden.
- ...dat wij voorbijgleden.
Gangbaarheid
- Het woord voorbijgleden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.