voorbijflitst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·bij·flitst
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorbijflitsen |
voorbijflitst
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijflitsen
- ... dat jij voorbijflitst.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voorbijflitsen
- ... dat hij voorbijflitst.
Gangbaarheid
- Het woord voorbijflitst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.