voorbeschouwden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·be·schouw·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorbeschouwen |
voorbeschouwden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorbeschouwen
- ...dat wij voorbeschouwden.
- ...dat jullie voorbeschouwden.
- ...dat zij voorbeschouwden.
- ...dat wij voorbeschouwden.
Gangbaarheid
- Het woord 'voorbeschouwden' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.