voorbehielden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voor·be·hiel·den

Werkwoord

vervoeging van
voorbehouden

voorbehielden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorbehouden
    • ...dat wij voorbehielden. 
    • ...dat jullie voorbehielden. 
    • ...dat zij voorbehielden.