voorbehielden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- voor·be·hiel·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voorbehouden |
voorbehielden
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van voorbehouden
- ...dat wij voorbehielden.
- ...dat jullie voorbehielden.
- ...dat zij voorbehielden.
- ...dat wij voorbehielden.