Naar inhoud springen

volstopten

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 14 mei 2017 om 01:06 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *vol·stop·ten {{-verb-|0}} {{ovt-mv-bijz|...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • vol·stop·ten
vervoeging van
volstoppen

volstopten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van volstoppen
    • ...dat wij volstopten. 
    • ...dat jullie volstopten. 
    • ...dat zij volstopten.