volstopten
- Geluid: volstopten (hulp, bestand)
- vol·stop·ten
vervoeging van |
---|
volstoppen |
volstopten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van volstoppen
- ...dat wij volstopten.
- ...dat jullie volstopten.
- ...dat zij volstopten.
- ...dat wij volstopten.
vervoeging van |
---|
volstoppen |
volstopten