volschenkt

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·schenkt

Werkwoord

vervoeging van
volschenken

volschenkt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volschenken
    • ... dat jij volschenkt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volschenken
    • ... dat hij volschenkt.