vollführend

Uit WikiWoordenboek

Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • voll·füh·rend
Woordherkomst en -opbouw
  • Duitse werkwoordsvorm met het voorvoegsel voll-
Naar frequentie zeldzaam

Werkwoord

vollführend

  1. onvoltooid (tegenwoordig) deelwoord bedrijvende vorm van vollführen
    «Ihre Kolleginnen bewegten sich, leichtfüssig Überschläge vollführend, über den Schwebebalken.»
    Haar collega's bewogen zich, lichtvoetig roll-overs uitvoerend, over de evenwichtsbalk.