Naar inhoud springen

volgoot

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 7 mrt 2016 om 05:52 (audio nld)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
  • vol·goot
vervoeging van
volgieten

volgoot

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van volgieten
    • ... dat ik volgoot. 
    • ... dat jij volgoot. 
    • ... dat hij, zij, het volgoot.