volgooiden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·gooi·den

Werkwoord

vervoeging van
volgooien

volgooiden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van volgooien
    • ...dat wij volgooiden. 
    • ...dat jullie volgooiden. 
    • ...dat zij volgooiden. 

Gangbaarheid