voldoe

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • vol·doe

Werkwoord

vervoeging van
voldoen

voldoe

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voldoen
    • Ik voldoe. 
  2. gebiedende wijs van voldoen
    • Voldoe! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van voldoen
    • Voldoe je? 
  4. aanvoegende wijs van voldoen