voetjevrijde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voet·je·vrij·de

Werkwoord

vervoeging van
voetjevrijen

voetjevrijde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van voetjevrijen
    • ... dat ik voetjevrijde. 
    • ... dat jij voetjevrijde. 
    • ... dat hij, zij, het voetjevrijde. 

Gangbaarheid